Nieuwpoort draagt middeleeuwse Stadskeure over aan Rijksarchief

Stad Nieuwpoort heeft zijn Vrijheidskeure uit 1163 in permanente bewaring gegeven aan het Rijksarchief in Brugge. Het uiterst waardevolle artefact wordt er voortaan opgeborgen in een geklimatiseerd archiefdepot, wat nodig is om het fragiele document te beschermen tegen de tand des tijds. Met zijn Keure kreeg Nieuwpoort 861 jaar geleden officieel stadsrechten toegekend. Het geldt als de oudst bewaard gebleven geschreven stadskeure in Vlaanderen.

De Vrijheidskeure werd in 1163 aan Nieuwpoort verleend door Filips van den Elzas, graaf van Vlaanderen. De toekenning van een dergelijk document betekende voor Nieuwpoort volledige autonomie op bestuurlijk, fiscaal en juridisch vlak. Het is dan ook niet overdreven om te stellen dat dit archiefstuk een prominente plaats inneemt binnen de geschiedenis van de stad, verklaart burgemeester Geert Vanden Broucke:

“De Vrijheidskeure is het eeuwigdurend bewijs dat Nieuwpoort zich een stad mag noemen. Iets waar alle Nieuwpoortenaren bijzonder trots zijn. Voor Nieuwpoort en zijn inwoners is de Keure dan ook van immense historische én symbolische waarde. Het is onze allergrootste schat. Maar ook buiten Nieuwpoort geldt het document als een topstuk zonder weerga, aangezien dit de oudst bewaard gebleven keure in Vlaanderen is. Het is een bevoorrechte middeleeuwse getuige van de opkomst en ontvoogding van de steden.”

Het artefact uit de twaalfde eeuw verhuisde op maandag 13 mei 2024 naar de Brugse afdeling van het Rijksarchief. Stad Nieuwpoort blijft te allen tijde de rechtmatige eigenaar van het stuk, maar het geeft het in permanente bewaring aan het Rijksarchief. Een noodzakelijk gegeven om het voortbestaan van het eeuwenoude stuk te garanderen. In het Rijksarchief zijn er geklimatiseerde archiefdepots met een constante temperatuur en luchtvochtigheid die bovendien beantwoorden aan strenge eisen inzake brand- en waterbeveiliging.

De beslissing om de Vrijheidskeure over te brengen naar Brugge was een moeilijk keuze, vult burgemeester Geert Vanden Broucke aan:

“Uiteraard hadden wij de Keure graag in Nieuwpoort gehouden. Dit is de ware thuis van dit artefact. Maar de veiligheid van het document staat voor ons voorop. Het Rijksarchief is professioneel uitgerust en kan een stabiel bewaarklimaat bieden, wat uiterst belangrijk is voor het beschermen van dergelijke erfgoedparels. Als we de Keure willen behouden voor toekomstige generaties Nieuwpoortenaren, dan is de keuze om het stuk in Brugge in bewaring te geven de enige juiste.”

Nieuwpoortse archiefschat herenigd

Nieuwpoort is de enige Belgische frontstad uit de Eerste Wereldoorlog die nog over zijn volledig oud archief beschikt. Het archief werd vanaf 27 november 1914 in veiligheid gebracht door toenmalig stadssecretaris Theophiel Dobbelaere en vijf kompanen. De hele operatie duurde in totaal drie dagen en gebeurde onder de voortdurende dreiging van hevige Duitse bombardementen.

Het ontheemde archief kwam na de Groote Oorlog eind 1920 terug thuis in Nieuwpoort, in twee barakken die als noodstadhuis dienden. Na de voltooiing van het nieuwe Stadhuis in 1922, kreeg het archief daar zijn nieuwe stek.

De kostbare collectie archivalia verhuisde in december 1969 nagenoeg integraal naar het Rijksarchief in Brugge. Bij de bewaargeving in 1969 werden 685 charters, 5.496 stukken uit het oud archief (1163-1796), 50 strekkende meter uit het modern archief (1796-1940) en 44 parochieregisters overgebracht. Toen bleven maar een paar stukken in Nieuwpoort achter.

Nu wordt de Keure herenigd met de rest van het historisch Stadsarchief. De verhuis naar het Rijksarchief betekent niet dat het document niet meer toegankelijk is. Net als de rest van het historische Nieuwpoortse Stadsarchief is de Keure beschikbaar voor raadpleging en wetenschappelijk onderzoek in de leeszaal van het Rijksarchief.

Samen met de Stadskeure verhuist nog een tweede item naar het Rijksarchief: de inventaris der Archieven der Hospitien van Edward Vlietinck uit 1890. Dit handgeschreven stuk geeft een overzicht van het archief van de godshuizen in Nieuwpoort en bevat analyses van de charters. Het stuk krijgt een nieuw onderkomen in het Rijksarchief omdat het inhoudelijk aansluit bij het stuk Nieuwpoorts archief dat daar al bewaard wordt.