Het Sociaal Huis - Maatschappelijk werkers
Elke inwoner met vragen over leven en welzijn is welkom in Het Sociaal Huis. Hier zijn verschillende diensten gevestigd. Eén ervan is de Sociale Dienst die uit 12 maatschappelijk werkers bestaat. Wij gingen praten met collega’s Martine Desiere en Iris Blomme.
Waaruit bestaat jullie takenpakket?
Iris: We beschikken over een uitgebreid takenpakket maar budgetbeheer en -begeleiding nemen heel wat tijd in beslag. Ook de arbeidsbemiddeling voor leefloners, de opleidingen, de tewerkstelling van mensen die geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering (de zgn. art. 60) behoren tot de belangrijkste taken van onze dienst.
Martine: Daarnaast helpen we mensen in hun zoektocht naar geschikte huisvesting, verlenen we huurwaarborgen en staan we in voor het beheer van onze eigen serviceflats en bejaardenwoningen. Verder zorgen we ook voor de toekenning van een leefloon, financiële steun en ander algemeen maatschappelijk werk.
Jullie bereiden de individuele dossiers inzake maatschappelijke dienstverlening en integratie voor. Hoe verloopt zo’n sociaal onderzoek?
Martine: Tijdens een eerste gesprek met de cliënt wordt de sociale en financiële situatie onderzocht. Zo krijgen we zicht op de hulpvraag en op de mogelijke hulpverlening die het OCMW kan bieden. Alle informatie wordt verzameld en gecontroleerd. Na het eerste gesprek wordt een maatschappelijk werker toegewezen voor verdere begeleiding. In normale tijden gaat deze maatschappelijk werker op huisbezoek. Het is immers heel belangrijk om de cliënt in zijn eigen thuissituatie te zien.
Iris: Huisbezoeken zijn wegens corona helaas momenteel niet aan de orde. Zeer spijtig want bepaalde problemen blijven hierdoor onder de radar. Het bijzonder comité voor de sociale dienst evalueert het dossier en beslist over het al dan niet toekennen van de gevraagde hulp.
Martine, jij bent een ‘ancien’ van de Sociale Dienst. Hoe heb je de sociale dienstverlening zien evolueren?
Martine: In 1982 ging ik als halftijdse medewerker aan de slag. Intussen is het administratief werk aanzienlijk toegenomen. Vroeger werden alle dossiers met de hand geschreven en getypt op een typemachine. Werken met een computer gaat uiteraard sneller maar de werkdruk blijft evenwel toenemen. De stijging van het aantal medewerkers bij de Sociale Dienst toont aan dat de vraag naar hulp gedurende de jaren gestegen is. Daarnaast zijn de dossiers ook veel complexer geworden. Eenzelfde gezin heeft vaak te kampen met financiële problemen, problemen met huisvesting, relatieproblemen , kinderen die het moeilijk hebben, verslavingen etc.
Iris, jij kwam in 2018 bij het team. Welke impact heeft de coronacrisis op de sociale dienstverlening?
Iris: Ik merk voor de eerste keer een stijging in het aantal aanvragen, vooral voor leeflonen. Veel arbeiders zijn tewerkgesteld in de horeca, in winkels en werken met dagcontracten via een interimkantoor. Deze mensen komen niet in aanmerking voor een uitkering van technische werkloosheid. Anderen zien in deze moeilijke tijden hun inkomsten aanzienlijk dalen waardoor ze niet alle vaste kosten kunnen betalen. Mentale problemen en eenzaamheid zijn altijd al aanwezig geweest in onze maatschappij, maar we ondervinden dat nu nog meer mensen nood hebben aan een goed gesprek. Dit virus zal nog een lange tijd zijn sporen nalaten.
Worden jullie vaak geconfronteerd met generatie-armoede?
Martine: We kunnen niet ontkennen dat generatie-armoede bestaat en dat we met deze problematiek geconfronteerd worden. Dit is gelukkig niet altijd het geval. Sommigen lukt het om de cirkel te doorbreken.
Hoe gaan jullie om met het asielvraagstuk?
Iris: De Stad beschikt over negen plaatsen in het LOI (Lokaal Opvanginitiatief, red.). Deze plaatsen zijn specifiek bedoeld voor alleenstaande mannen. Verder tellen we ook heel wat erkende vluchtelingen, die hier terechtgekomen zijn. Zij hebben ondertussen Nederlandse les gevolgd waardoor hun kansen op tewerkstelling groter zijn. Anderen volgen een beroepsopleiding. Het zijn vaak zeer gemotiveerde mensen die intussen al (tijdelijk) werk hebben.
Op welke steunmaatregelen wordt het meest beroep gedaan?
Martine: Leefloon en budgetbeheer vullen de grootste dossierlast in. Men kan bij ons terecht om een bepaalde steunmaatregel aan te vragen maar veel gezinnen krijgen uiteindelijk vaak meer hulp dan ze oorspronkelijk verwacht hadden.
Hoe zien jullie de sociale steun verder evolueren in de huidige maatschappij?
Iris: We hopen dat 2021 een beter jaar wordt en meer mensen terug aan de slag kunnen op de arbeidsmarkt.
Martine: Digitalisering is een belangrijk element in onze samenleving. Veel mensen hebben de kennis of de middelen niet en vragen onze hulp voor het opvragen van documenten, om afspraken te maken bij verschillende diensten etc.
Kunnen jullie thuis afstand nemen van de problemen waarmee de mensen die jullie helpen, geconfronteerd worden?
Martine: We proberen de problemen niet mee te nemen naar huis, maar in bepaalde dossiers is het moeilijker om ‘los te laten’ dan bij andere. Een huisbezoek bij een gezin met kinderen waarbij de toestand schrijnend is, kan wel blijven hangen. Gelukkig kunnen we hierover praten met collega's.
Jullie hebben destijds de studierichting van sociaal assistent/maatschappelijk werker gekozen. Wat was jullie motivatie?
Iris: Ik ben graag tussen de mensen en haal zeer veel voldoening uit het helpen van mensen. De dankbaarheid van de cliënten is vaak enorm. Het is een drijfveer om er elke dag opnieuw met volle moed in te vliegen.
Martine: Ik heb mijn studiekeuze nooit beklaagd, integendeel! Na al die jaren kom ik nog altijd met plezier werken!